Single Sign-On (SSO) vereenvoudigt het inlogproces voor gebruikers, maar net als bij elk geautomatiseerd systeem kunnen er fouten optreden. Binnen AFAS SSO is foutafhandeling een belangrijk onderdeel van de implementatie, omdat een fout direct invloed heeft op toegang tot meerdere gekoppelde systemen. Duidelijke foutmeldingen, logging en beheertools zijn nodig om snel te kunnen achterhalen wat er misgaat, waar het misgaat, en welke actie vereist is.
Fouten tijdens authenticatie
De meest voorkomende fouten ontstaan tijdens het authenticatieproces. Dit kan gaan om onjuiste inloggegevens, verlopen sessies, of een ontbrekende koppeling tussen de identity provider en de gebruikersaccount in AFAS.
Het systeem toont in zulke gevallen een generieke foutmelding aan de gebruiker, terwijl in de achtergrond specifieke logs worden bijgehouden die de oorzaak registreren.
Beheergerichte foutopsporing
Voor systeembeheerders is het cruciaal om snel inzicht te krijgen in waar een fout optreedt. AFAS biedt daarvoor gedetailleerde logging in het beheerdersportaal. Hierin is zichtbaar of het probleem ligt bij de identity provider, de SAML-configuratie of het gebruik van een verkeerd certificaat.
Daarnaast zijn er diagnostische tools beschikbaar om realtime communicatie met externe systemen te controleren en foutcodes te analyseren. Organisaties zoals merkstroom.nl ondersteunen hierbij door inrichting, monitoring en technische afstemming op maat te leveren.
Rol van foutcodes en meldingen
Elke fout binnen het authenticatieproces wordt gekoppeld aan een foutcode. Deze foutcodes geven richting aan het probleem: bijvoorbeeld een ongeldige handtekening, tijdsynchronisatieproblemen of mismatches tussen verwachte en ontvangen gebruikersgegevens.
Bij gebruik van AFAS SSO worden deze codes doorgegeven aan het IT-team via de beheerconsole of in externe loggingtools die met het platform zijn verbonden.
Ondersteuning van identity providers
In veel gevallen werkt AFAS samen met externe identity providers zoals Microsoft Azure AD of Okta. Foutafhandeling is dan een gedeelde verantwoordelijkheid. Wanneer bijvoorbeeld de configuratie in Azure AD onjuist is, geeft AFAS een foutmelding weer, maar ligt de oplossing in de externe omgeving.
Daarom is het essentieel dat beide kanten goed op elkaar zijn afgestemd, zowel qua technische instellingen als in de communicatie tussen IT-teams.
Herstel en testen na foutopsporing
Zodra de oorzaak van een fout is achterhaald, moet de configuratie aangepast of hersteld worden. Om herhaling te voorkomen is het gebruikelijk om na aanpassing een testuitvoering van de authenticatie te doen.
In de praktijk wordt AFAS SSO dan tijdelijk getest in een afgeschermde omgeving, waarna pas opnieuw toegang wordt verleend in de live-omgeving. Zo wordt voorkomen dat gebruikers opnieuw hinder ondervinden van dezelfde fout.
Reageer